april 2025: Kleine bosbizonstier uit Hannover Zoo opgenomen in kudde

Nadat de oude bizonstier „Peterle“ afgelopen zomer na 14 dagen ziekte en bijna dagelijkse behandelingen helaas overleed aan het blauwtongvirus, was het duidelijk dat de kudde een nieuwe stier nodig zou hebben. Maar eerst stond het herstel van de bizonkudde centraal, omdat alle dieren behalve het kalf „Odin“ ziek waren en meerdere keren behandeld en gevaccineerd moesten worden. Gelukkig lukte dit en, afgezien van de knappe stier, konden
alle andere dieren in de kudde worden gered.

Er zijn slechts 13 bosbizonhouders in Europa, waarvan 9 in Duitsland. Naast Nordhorn is dat de dierentuin van Hannover die een s􀆟er had om af te geven en zelf op zoek was naar een nieuwe koe voor zijn kudde, zodat er een directe uitwisseling tussen de twee dierentuinen werd georganiseerd. Een paar dagen geleden kwam de jonge stier uit Hannover met een transportbedrijf aan in de dierentuin van Nordhorn. Hij verliet de transportwagen vrij
langzaam en verkende voorzichtig zijn nieuwe thuis. Hij bezocht de vijver een paar keer en zwom er een paar baantjes in. “In de tussentijd hadden we onze bizonkudde gescheiden in de stal en het voorhekkengebied, zodat de kleine man alles alleen kon leren kennen,” vertelt dierentuindierenarts en curator Dr. Heike Weber.

De twee jaar oude bizonkoe „Nala“ moest ook op de nu lege trailer worden geladen voor transport naar Hannover. Na een korte aarzeling rende ze zoals gewoonlijk door het gangpad in de stal. Deze keer bereikte ze echter niet het buitenverblijf, maar de transporttrailer waarvan de deuren achter haar dichtgingen. “Het klinkt makkelijk, en dat was het deze keer ook, maar als een bizon niet wil bewegen, kan het heel anders lopen,” zei de zichtbaar opgeluchte Dr. Weber. “Je kunt de dieren, die wel een ton kunnen wegen, niet aanraken, laat staan duwen of aan het touw leiden, zoals het tamme vee op het Vechtehof!”

Nadat de transporteur met „Nala“ de dierentuin had verlaten, werd een deel van de bizonkudde in het buitenverblijf gelaten met de nieuwe, bijna een jaar oude Hannoveraanse stier. “Er waren een paar stoeipartijen met kopstoten maar dat is volkomen normaal,” zegt dierenverzorger Henning Meyer. “Bizons zijn kuddedieren en moeten een rangorde uitvechten. Deze gevechten zien er woest uit, maar zijn zelden gevaarlijk. Als ze eenmaal zijn
uitgevochten, dient de hiërarchie om de groep rustig en de kudde bij elkaar te houden,” vervolgt Meyer.

De nieuwkomer had zich op de eerste dag al aangesloten bij de jonge stier „Odin“ en zijn moeder „Ganesa“. De twee kleinste leden van de nu zeskoppige kudde bosbizons zijn gemakkelijk uit elkaar te houden: „Odins“ vacht is donkerder en hij is steviger en voller dan zijn nieuwe lichter gekleurde en smallere maatje uit Hannover. De nieuwkomer loopt nu elke ochtend met de kudde mee naar de stal om te eten, slaapt overdag tussen de andere bizons
in het zand in het buitenverblijf en verkent vaak schouder aan schouder met zijn maatje „Odin“ het bizonverblijf in Nordhorn. Nu moet hij de komende jaren alleen nog groeien en  een knappe fokstier worden, net zoals „Peterle“ dat was.

De kleine stier heeft overigens nog geen naam. Omdat de dierentuin 75 jaar bestaat, worden er momenteel ideeën voor een naam verzameld. Zodra duidelijk is hoe suggesties kunnen worden ingediend, zal de dierentuin een oproep doen op de social media-kanalen en de website. Er is dus nog genoeg tijd voor alle geïnteresseerden om na te denken over een naam met een “O” en liefst ook nog een Noord-Amerikaanse naam.

Uitwisseling van dieren tussen dierentuinen

Dierentuinen verkopen hun dieren niet aan elkaar, maar ruilen ze met andere dierentuinen. In de meeste gevallen gebeurt dit echter niet door directe uitwisseling, maar met behulp van de open wissellijst. Dit betekent dat bijvoorbeeld in jaar X de dierentuin van Hannover een dier krijgt van de dierentuin van Nordhorn en jaren later omgekeerd de dierentuin van Nordhorn een dier krijgt van de dierentuin van Hannover. Deze dierenruil wordt niet exact berekend – noch qua soort, noch qua aantal dieren. Het gaat erom dat alle dierentuinen bereid zijn hun dieren aan andere dierentuinen te geven zonder er geld voor terug te vragen. Het individuele dier van een soort heeft dus in principe geen “financiële waarde” die kan worden uitgedrukt in een geldbedrag. Dit voorkomt de handel in wilde dieren om financiële redenen. Tussen dierentuinen gaat het niet om geld, maar om het grote geheel: het behoud van genetische diversiteit, de diversiteit van soorten en, kortom, de bescherming van diersoorten!