Opvangstation in de dierentuin

De dierentuin van Nordhorn is sinds 1988 een door Neder-Saksen ondersteund en erkend opvang – en zorgstation voor bedreigde inheemse dieren en in beslag genomen exoten die hulp behoeven.

Het belangrijkste, naast de vakkundige zorg voor de meer dan 100 beschermelingen per jaar, is de preventie. Met veel inzet begeleidt en adviseert het team van de dierentuin als regionaal soorten – en natuurbeschermingscentrum de hulpzoekenden, zowel mens als dier.
Goed bedoeld is niet altijd goed gedaan. Dit geldt ook bij de hulp aan dieren. Vooral bij jonge dieren kan de mens door ingrijpen zelfs de situatie verslechteren in plaats van het dier te helpen. Een goed voorbeeld zijn jonge vogels die het nest verlaten hebben. Deze blijven vaak nog enige tijd in de buurt van het nest en worden door de ouders gevoerd. Met de beste bedoelingen worden veel van deze jonge vogels gevangen en naar het opvangstation gebracht. Geen mens kan echter de natuurlijke ouders vervangen. Wij adviseren u in zulke gevallen graag telefonisch.
In het geval van huisdieren en inheems wild kunt u beter contact opnemen met de bevoegde instantie, respectievelijk de betreffende jachtopziener.
Als u het werk van het opvangstation wilt ondersteunen, kunt u ons met een gift een plezier doen.

U heeft een dier gevonden?

Ieder jaar verongelukken duizenden egels, vossen en vogels in het verkeer of op een andere manier. Vaak is het moeilijk om de juiste plek voor deze dieren te vinden, hoewel ze snel hulp nodig hebben. Ook wie helpen wil, moet de wet en de regels in acht nemen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gevonden dieren, bejaagbaar wild en zwerfdieren.

Gevonden dieren zijn volgens het Nedersaksische ministerie van landbouw: Wettelijk zijn gevonden dieren, dieren die normaliter door de mens gehouden worden- zoals honden, katten, siervogels, huisdieren of dieren die niet tot de hier in het wild levende soorten horen -, als gevonden dieren te beschouwen en te behandelen.
(ook niet beschermde exotische huisdieren horen daarbij bijvoorbeeld de geelwangschildpad)

Voor gevonden dieren is uw “Ordnungsamt” verantwoordelijk. U bent verplicht het daar te melden. Hier kan opvang in een asiel geregeld worden. (het bezit van een dier kun je overigens niet zo maar opgeven! Omdat paragraaf 3 van de dierenwet een buitenzetten of achterlaten van een dier met als doel zich van het dier te ontdoen verboden is, kan de vraag van eigendom van het dier niet door eenvoudig afstand te doen zoals bij “normale”beweeglijke zaken volgens paragraaf 959 BGB , plaats hebben.
Een verzorgingsplicht voor gevonden dieren bestaat daarom ook voor uitgezette dieren, omdat op grond van het dereliktionsverbod (afzien van eigendom) van paragraaf 3 van de dierenwet het afzien van bezit en daarmee het herrenlos worden” gerechtelijk gezien niet mogelijk is)

Bejaagbaar wild:
Alle diersoorten die volgens de bondsjachtwet en de aanvullende deelstaatwetten als jaagbaar wild gedefinieerd worden zijn (zie onder).
Als u het vermoeden heeft dat een gevonden dier gewond of ziek is, is het verstandig om dit dier eerst vanaf een zekere afstand te bestuderen. Niet altijd heeft een dier de hulp van de mens nodig!

Omgaan met gewonde in het wild levende dieren

• Gewonde, hulpeloze of zieke dieren mogen volgens paragraaf 45 Abs. 5 BNatSchG jacht- en vis-voorschriften door iedereen in de natuur geholpen worden om te verzorgen, maar moeten onmiddellijk weer vrijgelaten worden.
• Voor de niet onder de jachtwet vallende diersoorten zijn de volgende natuurbeschermingsvoorschriften in acht te nemen:
Gaat het om dieren van beschermde soorten, dan moet de bezitter de opname van het dier bij de natuurbeschermingsinstantie melden. De vaststelling van de beschermde status van een soort is op de internetpagina van het rijksbureau voor natuurbescherming www.wisia.de mogelijk.
• De natuurbeschermingsinstantie kan de teruggave van het opgenomen dier of het overdragen aan een zorginstelling voor dieren verlangen.
• De dieren die weer gezond zijn, moeten onmiddellijk, liefst in de buurt van de vindplaats vrijgelaten worden, zo gauw ze zich daar zelfstandig kunnen handhaven. De instantie kan de vrijlating regelen als verzorging niet meer noodzakelijk is.
Voor de onder het jachtrecht vallende diersoorten zijn de volgende jachtrechterlijke voorschriften in acht te nemen:
• Worden gewonde, hulpeloze of zieke dieren (die onder de jachtwet vallen) gevonden resp. opgenomen, dan moet onmiddellijk de jachtgrondeigenaar op de hoogte worden gebracht en het dier moet worden afgeleverd. Dit kan via een jachtinstantie (district) geregeld worden.
• De aangifte is ook bij gemeentelijke instanties of het politiebureau mogelijk
• Alleen de jachtgrondeigenaar bezit het recht op wild dat onder het jachtrecht valt (zie de bijlage). Hij heeft de verplichting voor de zorg en is verantwoordelijk voor de verzorging van gewond wild. Hij kan het dier ook op een geschikte instantie voor de verzorging en het weer uitzetten, afgeven.

Lijst van bejaagbare diersoorten:
Bondsjachtwet:
(1) Diersoorten, die onder de jachtwet vallen, zijn:
1. Dieren met een vacht
Wisent ( Bison bonasus L.),
Eland(Alces alces L.),
Edelhert (Cervus elaphus L.),
Damhert ( Dama dama L.),
Sikahert ( Cervus nippon temminck L.),
Ree ( Capreolus capreolus L.),
Gems (Rupicapra rupicapra L.),
Alpensteenbok ( Capra ibex L.),
Argali ( Ovis ammon musimon PALLAS),
Wild zwijn ( Sus scrofa L.),
Veldhaas ( Lepus europaeus PALLAS),
Sneeuwhaas ( Lepus timidus L.),
Wild konijn ( Oryctolagus cuniculis L.),
Alpenmarmot (Mamota marmota L.),
Wilde kat ( elis silvestris SCHREBER),
Lynx (Lynx lynx L.);
Vos ( Vulpes vulpes L.),
Steenmarter ( Martes foina ERXLEBEN),
Boommarter ( Martes martes L.),
Bunzing ( Mustela putorius L.),
Hermelijn ( Mustela erminea L.),
Wezel ( Mustela nivalis L.),
Das (Meles meles L.),
Visotter ( Lutra lutra L.)
Zeehond ( Phoca vitulina L.),
2. Vogels:
Patrijs (Perdix perdix L.)’
Fazant (Phasianus colchicus L.),
Kwartel ( Coturnix coturnix L.),
Auerhoen ( Tetrao urogallus L.),
Korhoen (Lyrurus tetrix L.),

Hazelhoen ( Tetrastes bonasia L.),
Alpensneeuwhoen ( Lagopus mutus MONTIN),
Kalkoen ( Meleagris gallopavo L.),
Wilde duiven ( Columbidea),
Knobbelzwaan (Cygnus olor GMEL),
Wilde ganzen ( Anser BRISSON en Branta Scopoli),
Wilde eenden ( Anatinea),
Zaagbek (geslacht Mergus L.),
Houtsnip ( Scolopax rusticola L.),
Meerkoet ( Fulica atra L.),
Meeuwen ( Laridae),
Fuut ( Podiceps cristatus L.),
Grote trap ( Otis tarda L.),
Blauwe reiger ( Ardea cinerea L.),
Havikachtigen ( Accipitridae),
Valken (Falconidae),
Raaf ( Corvus corax L.),

Nedersaksische jachtwet:
Paragraaf 5 Landesrecht van het jachtrecht van de onderstaande diersoorten.
Onder het jachtrecht vallende diersoorten:
1. Wasbeer ( Procyon lotorL.),
2. Wasbeerhond ( Nyctereutes procyonoides),
3. Amerikaanse nerts ( Mustela vison L.),
4. Beverrat (Myocastor corona L.),
5. Kraai (Corvus corona L.),
6. Ekster ( Pica pica L.),
7. Nijlgans ( Alopochen aegyptyacus).